De maand maart is weer aangebroken. Voor iedereen die ook maar iets met weidevogels te maken heeft, begint het weer te kriebelen. Wanneer zijn de vogels terug? Waar gaan ze hun nesten maken? Zal het een goed jaar worden? En waar wordt het 1ste kievitsei gevonden.
De wulp, grutto, kievit, scholekster en tuureluur keren terug vanuit hun overwinteringsgebied naar de gronden waar ze willen gaan broeden. Sommige vogels hebben een lange reis achter de rug. De komende tijd gaan ze veel eten ( opvetten), baltsen, proefnestjes maken en uiteindelijk het goede nest inrichten om te gaan broeden.
Weidevogels leggen hun eieren in graslandgebieden en brengen daar ook hun jongen groot. De kievit houdt echter meer van braakliggend bouwland. Hij/zij kan dan van zich afkijken en eventueel gevaar aan zien komen. De scholekster maakt het niet zoveel uit, al vind je deze vogel ook meestal op bouwland. Kievit en scholekster maken ondiepe kuiltjes in het land bedekt met wat strootjes waar ze hun eieren in leggen. De kievit max 4 stuks. Alhoewel wij vorig jaar in de Buitendijkse polder een nestje vonden met 6 kievitseieren. Heel bijzonder. Helaas zijn ze door het koude weer niet uitgekomen. De scholekster legt 3 à 4 eieren.
De wulp, grutto en tureluur voelen zich het meeste thuis in hoog grasland. Ze verstoppen zich; ze vouwen het lange gras over zich heen. Ze zijn om die reden erg moeilijk te vinden. In hun nest vinden we meestal 3 of 4 eieren.
Vrijwilligers en boeren
Weidevogelvrijwilligers trekken van maart tot begin juli erop uit om, waar mogelijk samen met boeren, nesten te zoeken en te markeren. Door de markeringen kan de boer zien waar er een nest is en daar rekening mee houden tijdens de werkzaamheden door bijvoorbeeld om een nest heen te maaien. Zijn de eieren door een vrijwilliger in een mandje geplaatst, dan kan tijdens de bewerking het nest even verplaatst worden. Dat kan geen kwaad als het maar niet te lang duurt.
Vrijwilligers zijn niet alleen actief met het zoeken en beschermen van de nesten, maar ze zijn ook extra ogen in het veld. Zij kunnen helpen om het beheer, daar waar nodig, aan te passen om de weidevogels succesvol te laten broeden.
Weidevogelbescherming in Brabant
In 1994 ontstond in Brabant de weidevogelbescherming nadat duidelijk werd dat het de verkeerde kant op ging met de aantallen weide- en akkervogels. De provincie Noord-Brabant stelt elk jaar geld beschikbaar voor de bescherming. En het coördinatiepunt Landschapsbeheer van het Brabants Landschap ondersteunt 33 vrijwilligersgroepen met veldbegeleiding, voorlichting en materialen én helpt vrijwilligers bij het afsluiten van overeenkomsten met boeren.
Aan het werk
10 maart is de startbijeenkomst voor de Weidevogelgroep Raamsdonk. Vrijwilligers die op pad gaan, in de polder Buitendijks in Raamsdonk; de Willemspolder bij Oosteind; het Overdiep in Waspik en de polder in Waspik Boven, komen bij elkaar om hun kennis over beschermen van de vogels en het invoeren van de gegevens weer bij te spijkeren. En dan….aan het werk.
De komende maanden kunt u van mij weer wat stukjes verwachten over weidevogelbescherming.
Lia Kuijsters
Coördinator weidevogelgroep Raamsdonk
liakuijsters@gmail.com