Omdat de zusters benedictinessen normaliter een leven in verborgenheid en stilte leiden, was het een (semi)onverwachte traktatie voor iedereen die er interesse in had: De zusters van de Onze Lieve Vrouwe abdij verwelkomden afgelopen zondag honderden bezoekers in hun bijzondere en prachtige tuin.

‘Sommige mensen, zelfs die hier vlakbij wonen, weten niet dat er zoiets moois in het centrum van Oosterhout ligt.’ Zo zei een van de vele vrijwilligers met gepaste trots. Daar had ie wel een punt, want, al rijden er dagelijks honderden auto’s langs de kloostermuur aan de Adbis van Thornstraat en de Hoogstraat (ok, daar rijdt nu even niemand langs…), er zullen maar weinig bestuurders zijn die bevatten wat voor een rijke en uitgestrekte kloostertuin zich daarachter bevindt.

Sereen

Diverse bezoekers, wandelend door de boomgaard, bomenlanen en bospaadjes schreeuwden ’t in stilte uit: ‘Je voelt hier meteen de rust.’ Zelfs de grote hoeveelheid volk die op de been was bracht die sereniteit niet aan het wiebelen, vogelzang en kikkerkoren voerden de boventoon. De kloosterwinkel en een aantal bevriende ondernemers hadden kraampjes uitgestald op het centrale plein, waar met name de ingevlogen ijscokar bij het mooie weer goede zaken deed. Een oude paardentram reed een grote ronde door abdijtuin, die trouwens al meer dan een decennium de status ‘landgoed’ heeft.

Werkpaarden

Bij een eerdere open tuinmiddag, jaren terug, stond er nog een dennenbosje midden op het terrein. ‘Die bomen zijn door ziekte gestorven. We moesten ze daarom rooien, dus dat hebben we gedaan, met die twee kolossale werkpaarden die nu voor de tram lopen.’ Met dezelfde trots als zijn collega voegt deze vrijwilliger eraan toe dat er op die plaats nu een nieuw bosje groeit met verschillende soorten bomen, waar de natuur min of meer de vrije loop krijgt. Dit levert dan weer een hoop extra plant- en diersoorten op. Naast al die actieve tuinonderhoudsvrijwilligers waren ook de zusters op de been en spraken uitvoerig met geïnteresseerden over kloosterleven, hun landgoed en of er al dan niet spanning op het schapenhek stond. ‘Ik denk ’t niet. Ik ben er net per ongeluk tegenaan gaan staan, maar ben niet geschokt.’ aldus een van de zusters. Ora et labora dus, en dat meteen in de praktijk gebracht.

Blokkendozen

Een enkeling vond het jammer dat zo’n prachtig landgoed alleen van de zusters is en daarom niet vrijer toegankelijk is. Dat klinkt begrijpelijk, maar de werkelijkheid is waarschijnlijk dat als zo’n overweldigend stuk stadsnatuur niet aan het klooster toebehoort had, de gemeente en de woningbouwstichting er al lang de klauwen in gezet hadden om er nog meer van die dure, betonnen blokkendozen op te zetten. Onze benedictinessen zorgen al sinds begin vorige eeuw prima voor al dat moois, juist daarom kunnen we er nu nog af en toe doorheen wandelen.

R.