‘We moeten ze anders leren vasthouden, want loslaten gaat nooit meer’. Die tekst stond bovenaan de rouwkaart die tevens oproep was om vrijdagmiddag naar de Bussel te komen om Cock Gorisse de laatste eer te bewijzen, nadat ze op 14 augustus overleed. Zowat 400 mensen gaven aan die uitnodiging gehoor. Onder hen natuurlijk ook burgemeester Van Grootheest. Die somde een greep op uit alle dingen die Cock Gorisse ‘op haar kerfstok’ had en zei: “Ook voor het gemeentehuis was zij bepaald niet de gemakkelijkste, maar wat een aimabele vrouw was het.” Het bracht hem er uiteindelijk toe om dit te zeggen: “De procedure om haar ereburger te maken heeft de volledige steun van het college èn van de fractievoorzitters. We gaan dat nu echt in gang zetten.” Een staande ovatie was, vooral toch, háár deel.
In de bieb is een soort van altaartje voor haar ingericht, in de St. Janstraat waar ze woonde hingen de vlaggen halfstok en toen Cock naar haar laatste rustplaats werd gebracht klonk van het carillon vanuit de toren haar muziek. Oosterhout was even ‘van ’t padje’.
Drempel
Jaap Oomen was de ‘ceremoniemeester’ en deed dat uitermate smaakvol. Zelf las hij een brief voor die Frans Brekelmans naar de familie had gestuurd. Arjan Pelders, die Cock in januari opvolgde als voorzitter van Stichting de Heilige Driehoek, sprak niet alleen over de enorme verdiensten van Cock daarbinnen, maar ook haar inzet om het gebied meer bekendheid te geven, zoals door de organisatie van de Biënnale. Abdis Martha van de OLV-abdij sprak namens de drie kloosters en legde het verband met het katholieke feest van Mariatenhemelopneming en de voltooiing van het leven. “Over Cock zelf heb ik in januari eigenlijk alles al gezegd”, zei ze. Barbara Helmich, de ‘bonusdochter’ van Cock, sprak samen met ‘bonuskleinkind’ Nadèche over de uitgesleten drempel van het huis van Cock. “Dat komt door de tienduizenden voeten die daar overheen zijn gegaan”, zei ze. Voor haar verjaardag had Cock één geheime wens, een egeltje in haar tuin. Dat kwam er een kwartier voordat ze haar fatale hersenbloeding kreeg. Emile van Rooij kreeg als ‘zelfbenoemde rector-magnificus’ van de Oosterhout Academie op zijn typische en redelijk uitgesproken manier ook de kans om Cock uit te zwaaien. Dat deed hij uiteindelijk door Cock het eredoctoraat van de academie toe te kennen en hij overhandigde broer Jan de bijbehorende oorkonde die een plekje zal krijgen in haar leslokaal boven restaurant de Vrijheid. “Jullie vonden elkaar in rebelsheid èn in doen”, merkte iemand na afloop op. Amen!
Broer Rensz sprak zijn zus toe in het Wosterhouts en pakte natuurlijk zijn gitaar. Met zijn allen werd ´the Wild Rover´ voor Cock gezongen. ´And it's no, nay, never. No, nay, never, no more.´ Ten slotte schetste broer Jan het leven van Cock in familieverband, waar zij, na het overlijden van pa en ma, de ‘mater familias’ was. “Als ik aan de anekdotes begin sta ik hier volgende week nog”, zei hij.
Het tekent alleen maar hoe geliefd en bewonderd Cock Gorisse is en was. “John Cleese zei al eens ‘fuck’ tijdens de begrafenis van Python-collega Chapman. Kut, ze is nu zelf geschiedenis geworden”, zei ‘evr’. Waarna in de foyer een toost werd uitgebracht op Cock en het leven en menig traantje werd weggepinkt. De familie bracht haar tenslotte naar de natuurbegraafplaats aan de Veerseweg, waar ze zo ongeveer een plekje had uitgekozen vlakbij de Leijsenstraat, zowat midden in die driehoek dus. Cock was ‘thuis’.
CC/evr
(foto’s Casper van Aggelen)
